Roots van de liberale representatieve democratie
De liberale representatieve democratie wortelt in de Verlichting (Franse Revolutie) en de Reformatie. De Reformatie beklemtoont de individuele verantwoordelijkheid van de mens voor geloof en samenleving, de Verlichting introduceert de rationele, autonome mens die zijn plek opeist tegenover de autoritaire standenmaatschappij. Dit individu moet zich nog wel verhouden tot andere individuen, tot het collectief van de samenleving. Individueel verantwoordelijke mensen moeten nog wel tot gezamenlijke besluiten komen, die uitvoeren en op de naleving toezien. Hoe te komen tot zo’n machtenscheiding (Montesquieu) en sociaal contract? (Rousseau en nu Omtzigt). Rationaliteit is de basis van de Verlichting, ook van democratie. De feiten doen ertoe. Maar tegenwoordig spreken de feiten steeds minder voor zichzelf. Steeds meer worden achter feiten complotten gezien (AIVD jaarverslag 2023). Democratie, lange tijd –in ons land en daarbuiten- zo’n vanzelfsprekendheid, de praktijk is weerbarstiger. Zijn die waarden wel altijd en overal voor iedereen hetzelfde. Het lijkt zo. In Europa schaart anno 2023 iedereen zich, met de gemeenschappelijke vijand Rusland, achter die waarde van de liberale, representatieve democratie. Bedriegt schijn?

De politiek aan zet, niet de rechter
De rechter (Hoge Raad) heeft sinds 2019 herhaaldelijk geoordeeld dat de Nederlandse regering zich aan de stikstofregels moet houden. BBB denkt dat daaraan een mouw te passen is. Ook aan de Europese regels die boven ons nationale recht gaan. In een notendop kernwaarden van een democratie voorgeschoteld;

  • Mensenrechten, rechten van burgers, verankerd in grondwet en (internationale) wetten, ook om in het verweer te komen tegen de overheid; iedere burger die voor de wet gelijk is;
  • De onafhankelijkheid van de rechter;
  • De verhoudingen in de trias politica.

In ons land barst het al van de geitenpaadjes om onder de wet uit te komen en intussen wordt Hongarije de maat genomen als de rechtspraak niet zo onafhankelijk is. Hoeveel bandbreedte is er, moet er zijn tussen principes en de naleving ervan? Hoe verhoudt ‘de maat’ zich tot de ‘menselijke maat’? We noemen democratie en rechtsstaat vaak in één adem. Hoe belangrijk is die innige relatie tussen democratie en recht?

Ontideologisering en pragmatisme in de politiek
Op mens en maatschappij en hoe zich die onderling verhouden of zouden moeten verhouden, zijn in de loop van de tijd allerlei visies ontstaan. Mensen verenigden zich in die bouwwerken (ideologieën) en daaromheen ook met elkaar (in NL, de zuilen); liberalisme, socialisme, christenen (protestanten/rooms-katholieken). Die ideologieën hebben eeuwenlang onze en andere samenlevingen gedomineerd, waren cruciaal voor de inrichting van de samenleving. Zij zorgden voor binding.

Sinds enkele decennia is sprake van een toenemende ontideologisering. Niet alleen in Nederland, ook in de wereld. Daarvoor zijn tal van redenen. God en gebod zijn voor velen niet meer zo leidend, het wij maakt meer en meer plaats voor een permanent ik-tijdperk, idealen zijn vervangen door ‘what is in it for me’ en de mondige mens laat zich door welke autoriteit dan ook nog maar weinig gezeggen. De wereld is een dorp geworden. De eigen visie op mens en maatschappij is maar relatief. Zijn er wel universele waarden?

Van de andere kant is er ook een beweging die verwoed vasthoudt aan de eigen ideologische visie op mens en maatschappij; Poetin en de Orthodoxe kerk die zich de hoeders van de christelijke waarden achten tegen de Westerse verloedering, de evangelicals in de VS, bij ons de Bible Belt, moslim-fundamentalisten.

Tussen binding en los zand, hoe ontwikkelt onze (wereld)samenleving zich? Zijn er nog gemeenschappelijke waarden of is het adagium dat ieder maar z’n eigen gang moet gaan?

Vertrouwenscrisis in de politiek
Het vertrouwen in de politiek holt van incident naar incident; de toeslagen-affaire, de gaswinning in Groningen. Wantrouwen blijkt bij voortduring, in SCP onderzoeken, in de bevindingen van parlementaire enquêtecommissies, in opkomstpercentages bij verkiezingen en proteststemmen.

Vertrouwen heeft een kwetsbare relatie met betrokkenheid en invloed. Decennialang was er in onze zuilenmaatschappij een georganiseerde betrokkenheid. Er was ook opkomstplicht. De band tussen de georganiseerde samenleving en haar leden verliep via een maatschappelijk middenveld dat invloed uitoefende op de politiek en daarmee gehoord werd. Die georganiseerde betrokkenheid is verdwenen. Betrokkenheid is nu één keer in de vier jaar stemmen en dan maar zien wat eruit komt. Vertrouwen is niet meer collectief gekanaliseerd, maar ook geïndividualiseerd. Mensen voelen zich nu niet meer gehoord.

Een vertrouwenscrisis in de politiek zou ook zomaar kunnen leiden tot een crisis in de democratie. Gevoelens dat democratie er niet meer toedoet, ‘omdat er toch niet naar ons geluisterd wordt’. Volstaat de representatieve democratie dan nog wel? Of is meer en vaker democratie van onderop nodig? Hoe, om met Tjeenk Willink te spreken, kan het tij gekeerd worden?

Hoeveel ongelijkheid kan een democratie verdragen?
De goede mix tussen vrijheid, gelijkheid en broederschap is vermoedelijk het abstracte recept voor democratie. Het is verwoord in veel beleidsvoornemens; een eerlijke verdeling van welvaart en welzijn. Troonredes en regeerakkoorden staan er vol mee, maar de maatschappelijke praktijk staat bol van de ongelijkheid. Die tussen inkomen en vermogen is veel gehoord (miljonairs weer rijker, veel groter beroep op de voedselbank), maar er is ook de ongelijkheid die voortkomt uit ‘ons kent ons’, uit diploma ongelijkheid en recentelijk natuurlijk de ongelijkheid tussen stad en platteland. Het SCP heeft recent (maart 2023) de eigentijdse ongelijkheid onderzocht.

Bij ongelijkheid wordt ook nogal eens met de vinger gewezen. Het hoort niet zo en er is iemand, een instantie (‘de’ politiek, ‘de’ regering) verantwoordelijk voor. Hoe zit dat met vrijheid, gelijkheid, broederschap en verantwoordelijkheid? Hoe risicovol is een disbalans voor democratie?

Het Planbureau onderscheidt in onze samenleving van nu zeven klassen met een eigen visie op leven, samenleven en politiek. Hun onderlinge ongelijkheid zit vooral in de hulpbronnen die ze tot hun beschikking hebben. Keren verontwaardigde ongelijken, met de minste hulpbronnen, zich af van de democratie? Had Ferdinand Domela Nieuwenhuis, de dominee die anarchist werd, gelijk toen hij zei; “Alle grote hervormingen hebben plaats van onderop, niet van bovenaf”.

Terug naar cursusaanbod

Cursusinformatie

  • maandag
  • 6, 13, 20 en 27 november
  • 4 en 11 december
  • € 225
  • 18:45 - 21:15 uur
  • LET OP: Inholland HAARLEM

Docent Tjerk Busstra
Tjerk Busstra is politicoloog en heeft tot zijn pensionering gewerkt voor de internationale projecten van Hogeschool Inholland (en rechtsvoorgangers). Vanaf 1993 heeft hij de samenwerking opgezet met Russische universiteiten, eerst in St. Petersburg en Moskou, later in een kleine twintig andere steden in de hele Russische Federatie. Talloze projecten, student- en docentuitwisselingen waren het resultaat. Het bracht hem jaarlijks 3 tot 4 keer per jaar in Rusland. Vanaf 2000 startte hij voor Inholland ook de samenwerking met Oekraïne (Ternopil, Kiev) en sinds 2004 met Georgië, tot voor kort was hij daar buitengewoon hoogleraar strategie & interculturele communicatie.

Ik wil mij aanmelden
(U wordt doorgeschakeld naar de website van Inholland Academy - erkend partner van HOVO Alkmaar).

Meld u aan voor de nieuwsbrief

Wilt u graag op de hoogte gehouden worden van het laatste nieuws van HOVO Alkmaar, zoals nieuwe cursussen en inspirerende lezingen en excursies? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief. HOVO Alkmaar behandelt uw persoonlijke gegevens vertrouwelijk en verstrekt deze niet aan derden.